We zijn in een roerige tijd terecht gekomen. Dat zal iedereen met me eens zijn. Roerig, maar zeker ook een interessante tijd! Meer dan ooit zijn er discussies over de woningmarkt, makelaars en hun dienstverlening. Meer dan ooit wordt er ook gekeken naar het aspect ‘marketing’ binnen de makelaardij. Iedereen heeft zijn mening klaar, omdat het een onderwerp is wat ‘ons’ allemaal raakt en aanspreekt. Deze week is er bijvoorbeeld veel aandacht voor het wel of niet herinvoeren van de makelaarstitel. Al met al gaat er geen dag voorbij dat ‘de woningmarkt’ of ‘de makelaar’ in het nieuws is, hetzij positief of negatief…
Als makelaar is het uiteraard belangrijk om het nieuws te volgen en om te weten wat er zoal speelt in de maatschappij. Er is echter ook 1 grote ‘maar’: laat je niet eindeloos meeslepen door de berichtgeving, blijf objectief en blijf vooral je vak uitoefenen: makelen! Dit is namelijk wat de klant van je verwacht: zij schakelen een makelaar in om zijn expertise en kennis van de woningmarkt en niet iemand die moeiteloos alle berichtgevingen in de media kan oplepelen zonder dit te kunnen bevestigen of te weerleggen met de feiten. Het enige wat je dan doet is afbreken! Wanneer je objectief blijft en feiten aan de praktijk verbindt en andersom, win je aan vertrouwen en betrouwbaarheid bij de consument.
Betrouwbaarheid…… Ook al weer zo’n onderwerp waar de laatste tijd erg veel over gesproken en geschreven wordt. Wat dat betreft zou het herinvoeren van een soort ‘makelaarstitel‘ geen verkeerde keuze zijn. Makelaars hebben net als notarissen een grote invloed in de maatschappij en dienen integer en betrouwbaar te zijn. Wanneer je je niet zomaar ‘makelaar’ kunt noemen, zal hierdoor de betrouwbaarheid en het niveau toenemen. Bovendien zal er niet een wildgroei ontstaan van nieuwe kantoren zoals de afgelopen gouden jaren is gebeurd, wanneer de markt weer ‘goud’ behaalt. Een makelaarstitel in de vorm van permanente educatie en praktijktoetsing zou geen overbodige luxe zijn…
Samenvattend: Mogelijk toch weer een makelaarstitel in de toekomst? Zou kunnen… Vergeet in ieder geval niet dat je eigen insteek het allerbelangrijkste is en blijft: Ga de dialoog aan (Makelaar 2.0), wees creatief, zoek oplossingen en blijf objectief. Zorg ervoor dat je de titel ‘makelaar’ verdient in de praktijk!
Nog meer tips nodig om ervoor te zorgen dat je aan het ‘makelen’ bent i.p.v. ‘afbreken’? Lees dan mijn eerdere posts hier en hier.
Laatste berichten van Timo Ekhart (toon alles)
- De Albatrosstraat verkoopt 25 keer beter dan de Zangvogelweg - 19 november 2012
- Slim en actief of dom en slecht bedacht? - 11 november 2010
- Maak het jezelf makkelijk met het nieuwe taxatiemodel - 2 november 2010
Een huis is als je tweede huid of tweede ik. Er gaan grote bedragen mee gemoeid, zowel financieel als emotioneel. Daar laat je als consument dus niet zo maar iemand mee rommelen.
De consument kan die keus nu al maken door de uitspraak “goedkoop is duurkoop” serieus te nemen. Maar dat moeten we hem wel uitleggen.
Dus makelaars, hol je geloofwaardigheid niet uit door plat op prijs te concurreren en leg je klant bij je verkoopgesprek de hele marsroute uit, inclusief alle consequenties, zowel financieel als emotioneel, ook als de verkoop langer gaat duren.
Uiteindelijk is dat het wat de consument het beste helpt.
Eens, met zowel Jandor als met Timo. Ze overwegen niet voor niets om de taxiwereld te weer te reguleren en om bij bankiers ook een soort eed af te nemen. Ook in de gezondheidszorg, advocatuur en rechtbank zijn “formele beloften” gebruikelijk. Aangezien consumenten belangrijke financiele beslissingen nemen op basis van de adviezen van een makelaar, lijkt wildgroei mij voor niemand een goede optie. Uiteraard is een eed niet afdoende om voldoende kwaliteit te bieden en te blijven bieden.
Timo, ik ben het absoluut met je eens.
De media schrijven toch wel, daar kan men als makelaar weinig aan veranderen.
En klagen over wat er geschreven wordt, helpt je ook niet bij het verkopen van de woningen van je opdrachtgever.
Wat betreft de kwaliteit, het is altijd lastig om de kwaliteit en betrouwbaarheid van dienstverleners te controleren of te meten. Een tevreden klant is echter al een belangrijke eerste stap. Dat zou voor iedereen voorop moeten staan. Permanente educatie, praktijkexamens en een ‘formele belofte’ om naar eer en geweten je beroep uit te oefenen kunnen een aanvulling zijn. Maar dan alleen als dat ten dienste van de klant komt en er indien nodig controles en sancties zijn.
Welke kant het uit gaat weet ik niet, maar ik hoop dat welke ontwikkeling het ook zal worden, dat de consument er uiteindelijk beter van wordt.